In de elektriciteitcentrale verbranden ze steenkool, aardolie en aardgas om stroom te leveren, omdat ze in deze elektriciteitscentrale verbranding gebruiken om elektriciteit mee op te wekken wordt het ook wel warmtekrachtcentrale genoemd. Ze verhitten een ketel met water, het water in de ketel wordt stroom. Aan de ketel zit een kraan die we open draaien om de energie vrij te laten. Als de kraan open gedraaid wordt dan wordt de stroom losgelaten op een turbine. Een turbine is een lange as, waar heel veel schoepen op zitten. Doordat de stroom langs de turbine blaast gaat de turbine draaien, de turbine haalt meer dan 3000 omwentelingen per minuut. Aan diezelfde as zit ook een dynamo vastgekoppeld. In een elektriciteitscentrale heet zo'n dynamo een generator met die generator wordt er elektriciteit opgewekt. Generatoren zijn gigantische machines, sommigen hebben een vermogen van wel 1000 miljoen watt. Dat betekent dat zo'n machine 10 miljoen lampen van 100 watt of ��n miljoen straalkacheltjes van 1000 watt op volle sterkte kan laten branden. Maar met deze methode om elektriciteit op te wekken, gebruiken we veel fossiele en is slecht voor het milieu. Maar we hebben nog meer methodes om elektriciteit op te wekken bijv. met windmolens. Bij de warmtekrachtcentrale vinden de volgende overbrengingen plaats: van chemische energie van de brandstoffen wordt water verhit en dat wordt stoom, de stoomkracht wordt omgezet in bewegingsenergie van de turbine die gaat draaien, die bewegingsenergie wordt omgezet in de bewegingsenergie van de generator en de generator zet het weer om in elektrische-energie. |